Alles over borstvoeding

Alle voordelen op een rijtje

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat borstvoeding op vele vlakken beter is dan kunstvoeding.

Gezondheid kindje

  • De eerste melk direct na de geboorte, dit heet colostrum, brengt een beschermingslaagje aan op de darmwand. Hierdoor bevordert het een gunstige darmflora en werkt het licht laxerend, waardoor de eerste, taaie ontlasting vlotter wordt geloosd.
  • Met moedermelk verloopt de groei van het kindje op de natuurlijkste manier.
  • Borstvoeding beschermt tegen maagdarmstoornissen, diarree, oorontstekingen en bronchitis en nog vele andere aandoeningen.
  • Wanneer deze ziekten toch voorkomen, is dat vaak in minder ernstige mate dan bij kinderen die kunstvoeding krijgen.
  • Borstvoeding bevat antistoffen tegen ziektes en helpt bij de ontwikkeling van het afweersysteem van de baby.
  • In verband met de preventie voor wiegendood wordt volledige borstvoeding tot 6 maanden geadviseerd.
  • Wanneer er aanleg is voor een allergie, zal het kind minder heftige klachten hebben als het de eerste 6 maanden borstvoeding krijgt. De positieve effecten zijn merkbaar tot de adolescentenleeftijd. Bij flesvoeding is de kans op allergieën groter, ook al geef je hypo-allergene voeding.
  • Borstvoeding bevordert een optimale ontwikkeling van de hersenen en het zenuwstelsel. Dit komt door de essentiële voedingsstoffen in de melk en waarschijnlijk ook door de moeder-kind interactie tijdens het voeden.
  • Overgewicht komt minder vaak voor bij borstgevoede kinderen. Ook is de kans dat je kind later suikerziekte krijgt kleiner.
  • IJzer uit moedermelk wordt heel goed opgenomen door een speciaal eiwit dat aanwezig is in moedermelk.
  • De kans op obstipatie is klein doordat de ontlasting altijd zacht is. Soms zelfs waterig met vlokjes, maar dit is geen diarree.
  • Borstvoeding bevredigt de emotionele behoeften van de baby.

Gezondheid moeder

  • Je hebt minder bloedverlies direct na de bevalling, doordat de baarmoeder samentrekt tijdens het voeden. Het vloeien duurt ook korter. Meestal duurt het een aantal maanden voordat de menstruatie weer op gang komt.
  • Na de bevalling is je gewicht weer sneller terug op peil.
  • De kans op borst-, baarmoederhals- en eierstokkanker en botontkalking is bij vrouwen die minimaal 6 maanden borstvoeding gaven,lager dan bij vrouwen die geen borstvoeding gaven.
  • Borstvoeding geven geeft je zelfvertrouwen als moeder.
  • Borstvoeding geven is ook heel erg leuk! Het voedingsmoment is een moment van rust voor jullie beiden, waar je heerlijk van kunt genieten.

Algemeen

  • De moeder kan de baby voeden wanneer die daar behoefte aan heeft. De melk is altijd bij de hand, vers en op perfecte temperatuur.
  • Moedermelk is optimaal afgestemd op de behoeften van je kindje. Bij een te vroeg geboren baby is de samenstelling anders dan bij een kindje dat op tijd geboren werd. Ook verandert de samenstelling naarmate je kindje ouder wordt.
  • Omdat borstvoeding zo goed is afgestemd op die behoeften, mag het kindje zo vaak drinken als het wil. De voeding is immers licht verteerbaar. Dit in tegenstelling tot flesvoeding.
  • Borstvoeding kan door 98% van de vrouwen gegeven worden! Het komt dus maar zelden voor dat je geen borstvoeding kan geven. Het kan niet bij gebruik van bepaalde medicijnen, bij een moeder die HIV of AIDS heeft of als het kindje galactosemie of phenylketonurie heeft.
  • Borstvoeding is goedkoop! De enige kosten zouden kunnen zijn: voedingsBH, borstkompressen, eventueel een kolf en bewaarmogelijkheid voor afgekolfde melk. Bij flesvoeding heb je minimaal nodig: stevige BH, blikken kunstvoeding, flesjes, spenen en een flessenwarmer.

Waar moet je zelf op letten?

Het is belangrijk om te weten dat in principe iedere moeder borstvoeding kan geven. Als je borstvoeding geeft, hoef je niet heel veel meer te eten of te drinken. Om borstvoeding te kunnen geven heb je hooguit 500 kcal per dag extra nodig. Het is belangrijk om zelf gezond en gevarieerd te eten en voldoende te drinken. Wees voorzichtig met drastisch lijnen tijdens een borstvoedingsperiode. Als je tijdens de zwangerschap multivitamines voor zwangeren gebruikte, mag je deze blijven gebruiken.

Pas op met het gebruik van alcohol, tabak, drugs en medicijnen. Als je medicijnen nodig hebt, zeg dan tegen de arts en tegen de apotheker dat je borstvoeding geeft. Als je eens een avondje weg wilt en een glaasje alcohol wilt drinken, kun je vooraf je voeding afkolven, zodat je kindje borstvoeding kan drinken in de tijd dat je weg bent. Je lichaam heeft 2 tot 3 uur de tijd nodig om 1 glas alcohol af te breken. Na die tijd is de alcohol uit je lichaam en uit de borstvoeding verdwenen. Voor ieder extra glas alcohol tel je 2 tot 3 uur erbij op. Als je langer dan 4 uur weg bent, kolf je de borstvoeding af en gooit deze weg als de alcohol nog niet is afgebroken.

Werken en borstvoeding

Als je weer gaat werken, kun je gewoon borstvoeding blijven geven. Je kunt de melk afkolven, zodat de oppas die afgekolfde melk kan geven. Belangrijk om met 4 tot 6 weken je kindje te laten wennen aan de fles. Als je je kindje om de dag uit de fles laat drinken, dan is hij daar ook nog aan gewend op het moment dat je weer gaat werken. Zodra je kindje eenmaal goed uit de borst kan drinken, kan je dat heel goed afwisselen met een flesje. Je werkgever is verplicht om je tijd en een geschikte plaats te geven om overdag melk af te kolven.

Met borstvoeding is je kindje in de beginperiode vooral van de moeder afhankelijk. Als je partner het leuk vindt kan hij de late voeding afgekolfde borstvoeding geven, zodat jij op tijd naar bed kunt gaan om uit te rusten. Er zijn daarnaast nog voldoende andere manieren voor hem om een band op te bouwen met jullie kindje. Eten geven is niet het enige wat telt. Ook knuffelen, troosten, wiegen, spelen, verzorgen en in bad doen zijn belangrijke onderdelen van de zorg voor jullie kindje.

Extra vitamines

Het wordt aanbevolen om op de 8e dag te starten met vitamine K en D voor je kindje. Vitamine K wordt preventief bijgegeven om te voorkomen dat kindjes met een bloedstollingsziekte in de problemen komen. Bij borstvoeding wordt het extra toegediend in de vorm van druppeltjes.Hiermee mag je doorgaan tot 3 maanden. Vitamine K wordt ook extra toegevoegd aan de kunstvoeding. Als je kindje meer dan 500 ml flesvoeding per 24 uur krijgt, heeft het al voldoende vitamine K en hoef je deze niet meer extra te geven. Vitamine D is belangrijk voor de botopbouw. Beide vitamines kun je bij drogist of apotheek kopen.

Tips voor het laten slagen van de borstvoeding

Borstvoeding geven is in het begin even investeren. Verwacht niet dat het allemaal vanzelf loopt, hoewel dat natuurlijk wel het geval kan zijn. Neem er de tijd voor en blijf proberen. Het is zeker de moeite waard.

De eerste 24-48 uur

  • Je kindje en jij zullen moeten wennen aan het geven en krijgen van borstvoeding!
  • Hoewel de eerste melk (colostrum) heel belangrijk is, stroomt het er nog niet uit.
  • Je kindje heeft voldoende reserves voor de eerste dagen.
  • Het liefst leggen we je kind binnen 1 uur na de bevalling al aan. Je kindje is dan nog goed wakker en heeft een goede zuigreflex, waardoor je borsten al direct gestimuleerd worden.
  • Probeer de eerste 24 uur 6-10x aan te leggen. Het lijkt of je kindje constant slaapt, maar er zijn periodes van lichte en diepe slaap. Tijdens de lichte slaap kun je hem uit het bedje halen en aanleggen.
  • De eerste 48 uur kan je baby misselijk zijn door ingeslikt vruchtwater en slijm, soms vermengt met wat bloed. Als hij moet spugen houd dan je kindje in de zogenaamde schenkhouding en haal je vinger door het mondje, dan spugen ze het vaak uit. Na 48 uur is het slijm verteerd en heeft je kindje er geen last meer van.
  • Ook bij misselijkheid adviseren we je kindje voeden. Soms zullen ze dan de voeding samen met het slijm eruit spugen, maar dan zijn ze het wel kwijt.

Aanleggen

  • Goed aanleggen voorkomt tepelkloven en het op den duur teruglopen van de borstvoeding. Goed aanleggen is dus zeer belangrijk!
  • Was voor elke voeding je handen.
  • Zorg er ten eerste voor dat je zelf gemakkelijk en goed ondersteunt zit of ligt. Ga niet voeden als je niet ontspannen ligt/ zit.
  • Leg je kindje met zijn buikje tegen de jouwe. Oor, schouders en heupen op 1 lijn.
  • Neus/ mond tegenover de tepel.
  • Ondersteun je borst met de hand in een “V’-vorm, niet te dicht bij de tepelhof. Vorm de borst in de richting van het mondje en beweeg de tepel langs de lipjes. Je kindje gaat zoeken en happen. Wacht tot zijn mondje goed wijd open gaat. Breng hem dan naar de borst dus niet de borst naar je kindje.
  • Je kindje is goed aangelegd als hij behalve de tepel, ook een groot deel van de tepelhof in zijn mondje heeft.
  • Als het kindje zuigt, hoef je je borst niet meer vast te houden. Het mag wel als je dat prettig vindt of je kindje daardoor de borst makkelijker kan vasthouden.
  • Het eerst “aanhappen” kan pijnlijk zijn, maar na 10 seconden zuigen moet de pijn verdwenen zijn. Is het nog wel pijnlijk, trek dan je kindje met de schouders dichter naar je toe of leg je baby opnieuw aan.
  • Naarmate de voeding vordert, valt je kindje langzaam in slaap.
  • Als je kindje niet meer actief drinkt, kun je het van de borst halen door het vacuüm te verbreken. Soms laat hij vanzelf de tepel los.
  • Tijdens de kraamweek kun je verschillende houdingen proberen om je kindje aan te leggen. Op die manier kun je ervaren welke houding voor jou het prettigst is.
  • Misschien kent je kraamverzorgster nog meer houdingen om te proberen. Het is prettig om in ieder geval het liggend en zittend voeden goed onder de knie te krijgen. Welke houding jij kiest maakt niet uit, zolang je kindje op een goede manier is aangelegd.

In de kraamtijd

  • De eerste 10 dagen leg je 6-10x per dag aan, daarna op verzoek.
  • Leg je kindje overdag tenminste elke 3 uur aan, om de borstvoeding opgang te krijgen. De eerste dagen mag dat zelfs nog vaker. Als het eenmaal goed op gang is, mag je voeden op verzoek.
  • ’s Nachts wacht je tot je kindje wakker wordt, met een maximum van 6 uur. Je hoeft dus geen wekker te zetten, tenzij je verloskundige ietsanders heeft geadviseerd.
  • Bied altijdbeide borsten aan. Zo komt de productie goed op gang en kan de melk ook zoveel mogelijk blijven doorstromen. Op die manier heb je minder kans op een borstontsteking en verlopen de voedingen rustiger. Dit is met name van belang om stuwingsklachten te voorkomen of te verminderen.
  • Je laat steeds 1 borst helemaal leeg drinken en geeftde andere nog als toetje. De borst waarmee je bent gestopt, is de volgende voeding als eerste aan de beurt.
  • Door beide borsten aan te bieden blijft deproductie goed op gang en heb minder risico om een borstontsteking op te lopen.
  • Ga niet te snel over op 5 voedingen per dag. De kans is groot dat de voeding dan terugloopt. Je kindje geeft zelf het beste aan wat het nodig heeft.
  • Aan de manier van drinken zie je of je kindje aan het eind is van de voeding. Soms laat het kindje vanzelf de tepel los als het voldoende heeft.

In het begin, als de borstvoeding nog op gang moet komen, duren de voedingen vaak maar kort. Belangrijk om op te letten is dat je kindje actief ligt te drinken met de ogen open en niet al na 5 minuten in slaap valt. Vanaf de 3e/4e dag heeft jekindje ongeveer 20 minuten nodig om de borst goed “leeg”te drinken. Voordat je de andere borst aanbiedt, kun je je kindje verschonen, zodat hij weer wakker en alert is. Daarna biedt je de tweede borst aan. Een voeding inclusief verschonen duurt dan gemiddeld 45 minuten.Naarmate een kindje ouder wordt leert hetefficiënter drinken. Sommige kindjes van 3 maanden zijn na 10 minuten klaar.

Gewicht

De eerste dagen zal je kindje afvallen. Dat komt omdat hij plast, poept en vocht verdampt en nog maar weinig voeding binnen krijgt. Hij gebruikt zijn reserves. Met 10-14 dagen is je kindje weer terug op zijn geboortegewicht. Soms al eerder. Vanaf de 3e/4e dag groeit een kindje minimaal 120 gram per week. Meer mag ook. Vanaf 3 maanden buigt de groei wat af en groeit een kindje dat borstvoeding krijgt minimaal 80 gram per week.

Na de kraamtijd

Helaas stoppen veel vrouwen met borstvoeding “omdat ze niet genoeg melk meer hadden”. Dit komt maar zelden voor. Vaak is het een kwestie van onvoldoende stimulatie. Als je dus merkt dat je voeding terug loopt, leg dan vaker aan om te stimuleren. Je kindje kan regeldagen hebben, waarbij hij onrustig is en vaak wil drinken. Jouw productie moet zich hier op aanpassen. Dat gaat heel gemakkelijk door vaker aan te leggen. Er is dan meer stimulatie en daardoor meer productie. Die regeldagen komen vaak voor rond de 10e dag, met 6 weken en 3 maanden.
Als je twijfelt of je kindje wel voldoende voeding krijgt, ga dan het volgende na. Je weet dat je kindje genoeg voeding krijgt als:

  • je hem minimaal 6-8x per 24 uur voedt (gedurende 20-45 min.)
  • je je kindje per voeding beide borsten aanbiedt: 1e borst helemaal leeg laten drinken, 2e borst als “toetje”
  • je kindje per dag 6-8 plasluiers heeft
  • je kindje per dag meerdere (gele) ontlastingluiers heeft. Als er plotseling minder ontlastingluiers zijn (minder dan 1-2 per dag), of de luiers een vastere consistentie hebben, kan dit erop wijzen dat je kindje te weinig voeding krijgt. Na 4 tot 6 weken kan de ontlasting minder vaak komen: 1x per dag/ per week!
  • je kindje krachtig drinkt, actief, levendig en alert is.

De eerste 6 maanden kan je kindje leven van uitsluitend borstvoeding. Daarna zijn groenten, fruit en brood pas nodig. Hierover word je uitgebreid geïnformeerd op het consultatiebureau. Naast de groente- en fruithapjes, is het verstandig om je kind borstvoeding te blijven geven. Immers: hoe langer je borstvoeding geeft, hoe beter. Je kunt zo lang borstvoeding blijven geven als je dat wilt.

Als je zwanger raakt tijdens een borstvoedingsperiode kun je borstvoeding blijven geven. In het begin van je zwangerschap kan de voeding wat teruglopen, maar dit herstelt zich vaak weer snel. Na de geboorte van het kindje, past de samenstelling van de voeding zich aan aan het jongste kindje. Als er vragen of problemen zijn met de borstvoeding, kun je altijd terecht bij het consultatiebureau, je verloskundige, een lactatiekundige of een borstvoedingsorganisatie.